Vandaag ontving ik Marjan in mijn praktijk. Marjan is normaal gesproken opgewekt en gezellig. Maar deze keer zag ik al dat het anders was.
“Ik ben niet blij”, zegt ze. “Ikkan het blije gevoel niet meer vinden. Heb ik het hier ergens laten liggenmisschien? Ik ben onrustig en ik eet. Veel. Heel veel. Wat is er toch met meaan de hand?”
Dan vertelt ze dat het thuis besteven lastig is. Samen met haar man deelt ze de eettafel die nu dienstdoet alsbureau. Al een paar weken. “Als we beiden naar ons werk zijngeweest, zoals normaal, is het ‘s avonds altijd wel gezellig. Hij is dan liefvoor mij en we vertellen elkaar over onze dag. Dat is er nu dus niet meer. Alsik dan niet voel dat hij lief is, als ik ons lijntje niet ervaar voel ik meleeg. En dan ga ik eten.”
“Begrijp ik uit jouw verhaal datjouw behoefte aan eten aangewakkerd wordt door een leegte die je ervaart als jegeen lijntje voelt van een ander?” vraag ik Marjan.
“Ik geloof dat dat wel klopt” zegtze. “Eigenlijk ben ik best sneu... Ik kan niet eens een beetje voor mezelf zorgenmaar verwacht het van een ander”.
Eten als richtingaanwijzer
Dat is natuurlijk niet sneu, maarwel interessant om eens te onderzoeken hoe het komt dat ze niet zo voorzichzelf kan zorgen. Het eten is eigenlijk een soort richtingaanwijzer. Hetwijst aan dat er ergens in Marjan iets aanwezig is (of misschien juist niet)dat gezien en vervuld, gevuld wil worden.
Ons geluksgevoel
Het is geen toeval dat ik juistvandaag een artikel over geluk onder ogen krijg. Metingen hebben uitgewezen datde huidige manier van samenleven, of noem het niet-samen kunnen of mogen levenveel mensen een ongelukkig gevoel geeft. Het geluksgevoel in Nederland is meteen behoorlijk percentage gedaald.
Als ik verder lees, zie ik dat hetgeluksgevoel voornamelijk gedaald is omdat we onze huisgenoten ineens metandere ogen zijn gaan bekijken. De sociale beperkingen dwingen ons dicht bij onszelfte blijven. En dus ook het geluksgevoel, dat je normaal gesproken ook ontvangtvanuit de ander, nu meer zelf in mag gaan vullen.
In verbinding met jezelf
Ik spreek met Marjan af dat wesamen eens gaan onderzoeken hoe het met die verbinding zit, met name met datlijntje met haar 'zelf'. Want als je dat lijntje met jezelf weer versterkt en datkunt ervaren, dan ben je niet alleen en kun je blij zijn, ook als de ander even nieteen lijntje uitgooit.
Ikvoed mezelf
“Dusals ik het lijntje met mezelf gevonden heb hoef ik niet meer afhankelijk tezijn van het lijntje dat de ander. Klink best logisch. Dan hoeft dat legegevoel niet meer gevuld te worden. Datis mooi, want dat lege gevoel vult toch niet met eten.”
Precies,deze tijd laat jou zien waar je nog een beetje aandacht aan mag besteden injezelf. Waar je jezelf mag leren 'voeden'.
“Latenwe daarvoor gaan” zegt ze. “Zie je wel dat jij me helpt mijn geluksgevoel weer te vinden!”