Er is vaak discussie over zoetstoffen, er zijn uitgesproken voor-
en tegenstanders. Het gaat daarbij vaak over de voor- en nadelen van
synthetische en natuurlijke zoetstoffen. Veel mensen denken dat wat uit de
natuur komt, altijd beter is.
Driehonderd keer zoeter dan suiker
Een van de zoetstoffen die vaak onder vuur ligt is aspartaam. Het is een
kunstmatige zoetstof, die wereldwijd echter zonder problemen in duizenden
producten wordt verwerkt, al zo’n veertig jaar. Een zoetstof die het minder
zwaar te verduren heeft, komt van de steviaplant (Stevia rebaudiana). Deze werd
al in de jaren zestig van de vorige eeuw ontdekt, maar wordt pas na de
goedkeuring voor gebruik door de EU, in 2011, veelvuldig ingezet. Stevia is tot
driehonderd keer zoeter dan suiker. Deze zoetstof lijkt minder last te hebben van de scepsis die consumenten soms
uitspreken tegen aspartaam of cyclamaat, wat mede te danken is aan het
natuurlijke karakter. Stevia komt immers uit een plantenblad. Toch wordt
stevia, net als andere zoetstoffen, bewerkt in het laboratorium. De zogeheten
steviolglycosiden die de zoete werking veroorzaken, moeten uit de plant worden
geïsoleerd. En daarmee heeft stevia ook gewoon een E-nummer: E960.
Producten waarin stevia zit, hebben vaak iets meer kilocalorieën dan producten
met andere zoetstoffen als aspartaam of cyclamaat. Dat komt doordat hoge
concentraties stevia producten een bittere bijsmaak kunnen geven. In frisdrank
bijvoorbeeld is niet meer dan dertig procent stevia gewenst voor de smaak.
Voor elke zoetstof, natuurlijk of niet, is een veilige bovengrens vastgesteld.
Van de ene kun je meer nemen dan van de andere, maar de ene is niet beter of
slechter dan de andere.
Over de auteur:
Hans Kraak
Gastblogger
Hans Kraak is hoofdredacteur van Voeding NU. Hij maakte drie boeken over Feiten en Fabels rondom voeding. Voor The 1:1 Diet werkte hij een aantal nieuwe, veel voorkomende fabels uit.