Als je een jonge kaas een beetje indrukt, lijkt deze wat zachter en vettiger te zijn. Oude kaas is
doorgaans wat harder en lijkt wat droger en minder vet. Toch is het vetgehalte
in jonge kaas lager dan in oudere kazen. Tijdens het verouderingsproces
verdwijnt er water uit de kaas. De hoeveelheid vet blijft tijdens de rijping
daarentegen redelijk constant. Dit betekent dat de hoeveelheid vet per
gewichtseenheid in belegen, oudere kazen hoger is dan in jonge kazen.
Het vetgehalte van kaas staat op de verpakking van vrijwel elke kaas: 10+, 20+,
30+, 48+, 55+, 60+. Wat betekent dit?
Jonge en oude kaas kunnen allebei tot de 48-plus-groep
behoren. Een stukje oude kaas heeft naar verhouding dan echter iets meer vet.
Het zogenoemde drogestofgehalte is hoger. Dat heeft niet alleen betrekking op
vet, maar ook op de andere, geconcentreerde droge stoffen, waaronder eiwit,
vitamines A en D en calcium.
Verzadigd vet, cholesterol en light varianten
Hoewel Nederlanders kaasliefhebber zijn, zijn voedingsvoorlichters vaak
terughoudend met de hoeveelheden van hun kaasaanbevelingen. Dat komt omdat
kaasvet voor zestig tot zeventig procent verzadigd vet is. Hiervan wordt
aanbevolen er niet meer dan 10 energieprocent per dag van te nemen. Dat wil
zeggen dat 10 procent van je inname zou mogen bestaan uit verzadigd vet. Een
teveel wordt in verband gebracht met een hoog ldl-cholesterolgehalte, wat als
een risicofactor wordt gezien voor hart- en vaatziekten. Een klein deel
verzadigd vet in de voeding is belangrijk, omdat het onder andere dient als
structuurvet. Als je minder verzadigd vet uit andere producten binnenkrijgt,
dan zou je wat meer kaas kunnen nemen.
Daarnaast levert kaas natuurlijk nog andere belangrijke voedingsstoffen,
waaronder het mineraal calcium en B-vitamines.
Steeds meer kazen zijn tegenwoordig in een lekkere, minder vette varianten te
koop. Dat Nederlanders dit waarderen, blijkt uit de stijgende verkoopcijfers
van magere zuivelproducten. Het marktaandeel van magere en halfvolle melk en
yoghurt is 85 procent, terwijl ook de verkoop van 30+ kaas al jaren stijgt.
Zoutreductie
Een ander aandachtspunt in de kaas is het zoutgehalte. Omdat het zo’n geliefd
product is, draagt kaas sterk bij aan de zoutinname van de gemiddelde
Nederlander. Inmiddels zijn veel producenten al overgegaan tot de verlaging van
het zoutgehalte in kazen. Dat kost wel wat tijd en ontwikkelwerk, want behalve
als smaakmaker draagt zout in kaas ook bij aan de textuur. En voor de waardering
van de kaas door de consument is het belangrijk smaak en textuur te behouden.
En kiezen we voor magere of volle zuivelproducten?
Vet bevat 9 kilocalorieën per gram. Het maakt dus meteen verschil of je een
mager, halfvol of vol melkproduct tot je neemt. Magere zuivel bevat immers
minder dan een half procent melkvet, halfvolle melk anderhalf procent en volle
melk drie tot vier procent.
Hoewel het vet van de volle melk wordt afgehaald, behouden de magere en
halfvolle zuivelvarianten toch hun belangrijke voedingsstoffen zoals eiwitten,
vitamines en mineralen. Bij het afromen blijven ze behouden, omdat ze niet in
het vette gedeelte zitten. Alleen de hoeveelheid vitamine A, die in vet is
opgelost, neemt daarbij wel af, maar de meeste producenten voegen deze achteraf
weer toe aan de magere of halfvolle producten.